Armoede uitgelegd aan mensen met geld
In De Kraamvogel hebben we onze deelwerking Kansarmoede(r) waarmee we willen werken aan het toegankelijker maken van de perinatale zorg voor mensen in armoede. Maar -en gelukkig maar- we zijn zelf geen ervaringsdeskundigen. We schoolden ons al veel bij, luisterden naar mensen in armoede, maar toch blijft een boek zoals dit een ongelooflijke meerwaarde.
Het geeft inzicht. Voor mij van een niveau zoals “Schaarste” van Mullainathan en Shafir (2013), dat me een inzicht gaf dat ik nog niet had. Zo ook dit boek van Tim ’s Jongers.
Hij verweeft zijn eigen verhaal met terechte maatschappijkritiek. Ik onthou vooral dat armoede niet alleen gaat over een tekort aan geld, maar ook over een tekort aan cultureel en sociaal kapitaal: je begrijpt de gewoontes niet van ‘de andere groep’ en je hebt geen netwerk om op terug te vallen. Tim heeft het ook over instantiekapitaal: niet weten hoe je met alle ‘helpende’ instanties moet communiceren. En dan is er persoonlijk kapitaal: je mentale en fysieke gezondheid, je aantrekkelijkheid en zelfvertrouwen… Je kan zo al raden dat die niet top zijn als je in armoede leeft.
Hij heeft over de ongelooflijke versnippering van de hulp (een coach voor elk deelgebied), het niet begrijpen van elkaar, het niet betrekken van mensen die in armoede zijn opgegroeid bij beleidskeuzes. Hij vertelt over het belang van de eerste 1000 dagen en wat het voor een kind betekent om op te groeien in armoede. Kinderarmoede is per definitie ook ouderarmoede.
Armoede is een clusterfuck.
Een must-read voor iedereen mét geld die werkt met en voor mensen zónder geld.